Klimaatverandering: een overzicht in vogelvlucht

Deze vraag hoor je de laatste jaren niet vaak meer. Een grote meerderheid van de bevolking lijkt zich erbij te hebben neergelegd dat wij mensen toch echt de oorzaak zijn van de opwarming. Volgens een opinieonderzoek gelooft maar liefst 79% van de Nederlandse bevolking dat de uitstoot van CO2 slecht is voor het klimaat. Slechts 2% is het hier niet mee eens.

Dit artikel is voor de overgebleven twijfelaars. De vele bewijzen voor antropogene (door de mens veroorzaakte) klimaatverandering worden uitgebreid behandeld. Helaas, de conclusie is niet dat zij ergens een punt hebben. Veel dingen in het leven zijn onzeker, en ook dat is frustrerend. Maar, om met president Obama te spreken: ‘Denying climate change is like saying the moon is made of cheese’.

De volgende vragen komen achtereenvolgens aan de orde:

1: Gelooft een overweldigende meerderheid van de klimaatwetenschappers dat klimaatverandering door de mens wordt veroorzaakt?

2: Is het denkbaar dat de een meerderheid van de klimaatwetenschappers onder invloed is van een tunnelvisie, of zijn omgekocht door twijfelachtige belangengroepen?

3: Is het voor een leek mogelijk de belangrijkste argumenten dat klimaatverandering door de mens wordt veroorzaakt inhoudelijk te beoordelen?

4: Valt het eveneens te bewijzen dat klimaatverandering zo ernstig is als de meeste klimaatwetenschappers denken?

Waarom dit artikel?

(u kunt ook gelijk naar beneden scrollen naar punt 1)

Zelf schrijf ik over klimaatverandering omdat ik me zorgen maak over de gevolgen. De meeste collega-klimaatstrijders zijn het punt allang voorbij dat ze klimaatverandering zelf nog proberen te bewijzen. Klimaatverandering bestaat, en de omslag moet gewoon sneller. Er valt weinig winst te behalen met proberen de laatste 2% ook nog te overtuigen. Dit zou zelfs averechts kunnen werken. Het wekt ten onrechte de suggestie dat er nog twijfel over mogelijk is.

Ik heb twee redenen om dit te doen. Het aantal mensen dat ergens toch nog enige twijfel koestert zou wel eens veel hoger kunnen liggen dan het aantal mensen dat helemaal niet gelooft in antropogene klimaatveranderin g, Een aanwijzing hiervoor is een Amerikaans opinieonderzoek. Op de vraag of klimaat door de mens wordt veroorzaakt antwoord 74% procent van wel. Ook in het land van Trump. Maar wanneer wordt gevraagd hoe groot de wetenschappelijke consensus is geeft slechts een minderheid het juiste antwoord.

Om dit te verklaren wordt meestal met de beschuldigende vinger gewezen naar de zogenaamde 'klimaatsceptici'. Een kleine maar hardnekkige groep publicisten en een bubbel aan websites blijft beweren dat 1: het klimaat niet opwarmt 2: deze opwarming niet door de mens wordt veroorzaakt 3: het niet zeker is of het door de mens wordt veroorzaakt 4: de gevolgen meevallen of juist positief zullen uitpakken 5: we gaan weer een ijstijd tegemoet. Vaak worden deze standpunten door elkaar heen genoemd, zodat alle logica zoek is. In Nederland roeren zij zich iets minder dan in Amerika. Maar ook hier zou hun invloed groter kunnen zijn dat het lijkt.

Dit laatste omdat er ook nog iets anders – iets veel ernstigers – aan de hand is (en dat is de tweede reden om dit artikel te schrijven). Mensen zijn steeds minder geneigd de media en zelfs de wetenschap te geloven. Niet zonder reden - korte tijd geleden meldde de NOS dat onderzoekstresultaten over het softdrugsbeleid zijn gemanipuleerd door de regering . Het internet staat vol verhalen over manipulatie van onderzoeksresultaten door bedrijven.

In dit klimaat van wantrouwen en twijfel gaan veel mensen geloven in een samenzweringstheorie die het beste bij hun politieke overtuiging of ideologie past. Eén van deze samenzweringstheorieen is dat regeringen er steeds op uit zijn de vrijheid van het individu en van ondernemers aan te tasten met bureaucratie en benepen regeltjes. Omdat klimaatverandering volgens velen alleen met flink veel overheidsingrijpen kan worden opgelost, concluderen zij dat klimaatverandering wel eens een verzinsel zou kunnen zijn van regeringen, of misschien de Verenigde Naties. Of als klimaatverandering wel bestaat, is het vast veel minder erg dan we denken.

Deze twijfel vermindert het gevoel van urgentie en de maatschappelijke druk op regeringen om klimaatverandering serieus te nemen. In de jaren 90 waren Margeret Thatcher en president Bush Sr. nog warme pleitbezorgers van een serieuze aanpak van klimaatverandering. Daarna is het steeds meer een thema van 'links' geworden. De laatste jaren begint daar gelukkig weer een beetje verandering in te komen.

In dit artikel hou ik er rekening mee dat informatie uit de media niet per se betrouwbaar is. Ik probeer aan te tonen dat er zelfs dan geen grond bestaat voor twijfel dat klimaatverandering door de mens is veroorzaakt.

Ik ga daarbij van twee dingen uit: ten eerste dat alleen ter discussie staat of klimaatverandering door de mens wordt veroorzaakt. De opwarming zelf is een feit. Niet alleen kan iedereen dit zelf ervaren: er is een overvloed aan temperatuurmetingen die dit bevestigt. Er is wel eens geprobeerd op te werpen dat alle temperatuurmetingen van de afgelopen eeuw onbetrouwbaar zouden zijn . Voor zover dat al te verdedigen was, is dit argument nu definitief van tafel doordat satellietbeelden keihard aantonen dat overal ter wereld de gletsjers in omvang afnemen. Wanneer zelfs die satellietbeelden vervalst zouden zijn....

Hier komen we bij de tweede aanname: hoewel ik ervan uitga dat informatie niet per definitie betrouwbaar is, betekent dat nog niet dat we in Noord-Korea zitten. Het verspreiden van correcte informatie kan niet volledig onderdrukt worden (gelooft u dat niet, waarom gelooft u dan wel in de beweringen van de klimaatsceptici...). Het blijft mogelijk, en het is een goed idee, tegenstrijdige informatie kritisch met elkaar te vergelijken. Hoe je dat doet, staat in dit artikel.

1: Gelooft een overweldigende meerderheid van de klimaatwetenschappers dat klimaatverandering door de mens wordt veroorzaakt?

De laatste jaren wordt heeft de klimaatbeweging daar een heel duidelijk antwoord op. Men verklaart triomfantelijk; volgens een recent onderzoek gelooft maar liefst 97% van de klimaatwetenschappers dat klimaatverandering door de mens is veroorzaakt. Op de eigen achterban maakt dit voldoende indruk. Op mensen die nog overtuigd moeten worden kan zo'n uitspraak weer een beetje een pedante indruk maken.

Hoe is men ertoe gekomen dit cijfer zo precies te berekenen? Jarenlang zijn de 'klimaatsceptici' in veel media voorgesteld als 'gelijkwaardige partij' in een wetenschappelijk debat over klimaatverandering. Hierdoor werd een 'vals evenwicht' gecreëerd – in feite was er geen debat over de vraag wat klimaatverandering veroorzaakt onder serieuze wetenschappers.

Uit frustratie hierover is met toen maar begonnen 12000 wetenschappelijke publicaties op het gebied van klimaatverandering te onderzoeken die tussen 1991 en 2011 zijn verschenen. Van elke publicatie werd genoteerd of de auteur gelooft dat klimaatverandering door de mens wordt veroorzaakt.

Helaas, het was weer niet goed. Een cijfertje van 97%, zo werd tegengeworpen, kan nooit onaanvechtbaar zijn. Er zijn immers per definitie altijd meerdere methodes mogelijk om zo'n berekening te maken. Bovendien deed niet elk van deze 12000 publicaties specifiek onderzoek naar de oorzaak van klimaatverandering. Een heleboel studies namen dat gewoon aan en deden op basis daarvan onderzoek naar een andere klimaatwetenschappelijke vraag. Deze tegenwerping wordt weerlegd door een ander onderzoek heeft echter aangetoond dat de consensus onder wetenschappers die actief publiceren over de oorzaak van klimaatverandering groter is (97,4%). In het hiervoor vermelde onderzoek werd alle auteurs van de 12000 publicaties ook nog eens per email naar hun mening gevraagd. Ook langs deze weg kwam men uit op een consensus van ruim 97%.

In feite heb je zo’n statistisch cijfer helemaal niet nodig om tot de conclusie te komen dat er een overweldigende wetenschappelijke consensus bestaat. De rapporten van het IPCC ( het International Panel on Climate Change, de klimaatorganisatie van de Verenigde Naties die de elke paar jaar rapporteert over klimaatverandering) zijn gebaseerd op duizenden klimaatrapporten over talloze deelonderwerpen, varierend van het tempo waarmee de gletsjers smelten tot het effect van bewolking op klimaatverandering, tot de invloed van oceaanstromen op het klimaat. Deze rapporten zijn allemaal gecontroleerd (peer reviewed) door andere wetenschappers en wijzen samen allemaal in een richting: klimaatverandering wordt door de mens veroorzaakt.

Er is geen enkele alternatieve verklaring die goed onderbouwd kan worden. Het enige wat klimaatsceptici kunnen doen is geisoleerde feiten die in hun voordeel zijn uit hun verband rukken en daar onverantwoorde conclusies uit trekken. In punt 3 kom ik hierop terug. Er is inderdaad een aantal wetenschappers die dat probeert, maar zij vormen een minderheid.

In totaal zijn er 7 wetenschappelijke onderzoeken die allemaal uitkomen op een consensus van tussen de 90% en 97%. In dit Wikipedia artikel men het allemaal nalezen. Iedereen die meent dat de inhoud van een Wikipedia artikel niet betrouwbaar is kan een protest aantekenen, waarna boven het artikel komt te staan: ‘the neutrality of this article is disputed’. Kennelijk hebben de klimaatsceptici dit hier niet geprobeerd.

Maar stel nu dat iemand al zoveel wantrouwen koestert in de wetenschap dat hij 7 onderzoeken en Wikipedia niet vertrouwt? Kan er dan nog een ander argument worden aangevoerd? Ik denk van wel: er circuleren op de websites van klimaatsceptici geen lange lijsten met klimaatwetenschappers die het met hun eens zijn. In plaats daarvan verwijzen deze websites voornamelijk naar elkaar . In 1998 is er wel eens geprobeerd het grote publiek zand in de ogen te strooien met een petitie van wetenschappers aan politici om vooral geen klimaatmaatregelen te nemen. Deze zou door 30.000 wetenschappers zijn ondertekend. Helaas bleek bij nader onderzoek dat meer dan 99% van de ondertekenaar s totaal niet bij klimaatwetenschap betrokken is.

Als iemand mij kan wijzen op een bewijs dat een groot aantal klimaatwetenschappers de consensus niet onderschrijft, dan kan hij mij mailen op info@klimaatinzicht.nl. Zo niet, dan is het misschien beter omtoch maar te erkennen dat de klimaatsceptici zo’n lijst niet kunnen produceren omdat deze wetenschappers er niet zijn.

2: Is het denkbaar dat wetenschappers die dit geloven massaal onder invloed zijn van een tunnelvisie, of zijn omgekocht door twijfelachtige belangengroepen?

Nu de klimaatsceptici zich er niet meer op kunnen beroepen dat zij de meerderheid vormen, zullen zij zich waarschijnlijk gelijk achter de volgende verdedigingslinie terugtrekken en uitroepen: 'Hoe komen jullie op het krankzinnige idee dat iets waar moet zijn omdat de meerderheid het gelooft? Dat is een bekende logische denkfout . Er zijn talloze voorbeelden uit het verleden waarin vrijwel alle wetenschappers iets geloofden dat later onjuist bleek te zijn. Dappere eenlingen durfden deze consensus aan te vechten. Vaak moesten zij daarvoor een hoge prijs betalen. Denk aan Galileo , die vervolgd werd omdat hij beweerde dat de aarde om de zon draaide in plaats van andersom. Hij werd gedwongen zijn woorden terug te nemen, maar mompelde daarna de beroemd geworden woorden: En toch beweegt zij... Klimaatsceptici poseren vaak ook met zon heroische rol.

Stel dat zo’n overweldigende meerderheid het bij het verkeerde eind zou hebben, wat zou daarvoor de verklaring kunnen zijn? Als je de internet bubbel van de klimaatsceptici doorzoekt, duurt het niet lang voor je een cynische verklaring tegenkomt: klimaatwetenschappers doen het allemaal voor het geld . Ze zijn allemaal omgekocht door regeringen en andere belangengroepen met duistere motieven. Daar kan makkelijk tegenin worden gebracht dat zij meestal helemaal niet zoveel verdienen, en meer zouden kunnen verdienen als ze voor een oliemaatschappij zouden werken.

Alleen al het grote aantal klimaatwetenschappers maakt dit tot een absurde veronderstelling. Het is denkbaar dat een kleine groep klimaatwetenschappers is omgekocht. In feite bestaan er juist bewijzen dat grote campagnes van de klimaatsceptici zijn opgezet en gefinancierd door de fossiele industrie. Om te geloven dat 90 tot 99% van alle klimaatwetenschappers omkoopbaar zou zijn moet je om te beginnen alle vertrouwen in de mensheid hebben verloren. Zelfs dan gaat dit idee in tegen het gezonde verstand. Bij zo’n massale samenzwering zouden er allicht een aantal wetenschappers uit de boot klappen.

Youtube zou volstaan met filmpjes met klimaatwetenschappers die in detail zouden beschrijven hoe zo’n poging tot omkoping in zijn werk zou gaan. Gelukkig komen er nog steeds regelmatig schandalen aan het licht. We leven nog niet in Noord-Korea. Trouwens, als we ons afvragen wie er op deze planeet het meeste zakgeld heeft om een paar klimaatwetenschappers om te kopen: de fossiele industrie heeft een gezamenlijke jaarlijkse omzet van 5000 miljard dollar. Zouden ze niet een deel van dat geld uitgeven om de vele 'leugens' te weerleggen die hun businesscase ondergraven? Zoals eerder vermeld geven ze ook enorm veel geld uit aan misleidende propaganda. Toch is slechts een kleine groep klimaatwetenschappers het met hen eens.(verwijzing naar ander artikel)

Als ik mijn uiterste best doe een reden te bedenken waarom zoveel klimaatwetenschappers het bij het verkeerde eind zouden kunnen hebben, dan kom ik uit bij het woord ‘tunnelvisie’. Soms raken wetenschappers of rechercheurs zo in de ban van een enkele hypothese dat ze alleen nog maar de feiten zien die deze ondersteunen. Al het overige wordt genegeerd. Sociale druk zou daar nog eens bovenop moeten komen. Een klimaatwetenschapper die twijfelt of mensen verantwoordelijk is voor de opwarming zou ervan kunnen worden beschuldigd dat hij een oplossing in de weg staat.

Als er werkelijk een gegronde reden zou bestaan om te betwijfelen of mensen klimaatverandering hebben veroorzaakt, dan zou dit inderdaad een verklaring kunnen zijn voor de wetenschappelijke consensus. De enige manier om dt argument te weerleggen is kijken naar de inhoud. Zijn klimaatwetenschappers in staat een alternatieve verklaring te geven voor het ontstaan van klimaatverandering die ten onrechte genegeerd wordt? In de volgende paragraaf ga ik daar dieper op in.

Maar eerst zal ik een tip geven over de manier waarop u dit zelf kunt onderzoeken. Op de website skepticalscience.com staat een groot aantal beweringen van klimaatsceptici op een rijtje, met hun weerlegging. Bij ieder argument staat een link naar een klimaatsceptische website. Zo komt u in contact met de hele klimaatsceptische internet-bubbel. De sites linken voortdurend naar elkaar. Elke ‘hypothese’van de klimaatsceptici kunt u zo van twee kanten onderzoeken. U kunt uzelf vragen stellen als: wie geeft de meeste argumenten? Wordt er verwezen naar wetenschappelijke literatuur? Welke argumenten blijven onweersproken door de tegenpartij? Klopt de logica? Spreekt men zichzelf tegen? Worden er te snel conclusies getrokken? Zoals hierboven al vermeld, in dit artikel wordt besproken hoe je websites met tegenstrijdige informatie kritisch met elkaar kunt vergelijken.

3: Is het voor een leek mogelijk de belangrijkste argumenten dat klimaatverandering door de mens wordt veroorzaakt inhoudelijk te beoordelen?

Het is mogelijk dat deze tip bij sommigen wat weerstand zou kunnen oproepen. Klimaatverandering heeft zoveel aspecten, zou men kunnen denken. Voor een leek is het ondoenlijk om dat allemaal te onderzoeken. Laat het over aan de deskundigen.

Hieronder zal ik proberen aan te tonen dat (slecht) je vijf cruciale argumenten kunt noemen die de conclusie dat klimaatverandering door mensen is veroorzaakt onontkoombaar maken. Waarover wetenschappelijk geen twijfel bestaaat. Achtereenvolgens

1: Toename van CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer heeft een opwarmend effect

2: Het percentage CO2 in de atmosfeer is sinds de industriele revolutie toegenomen van 280 ppm (parts per million) tot meer dan 400 ppm

3: De gemiddelde temperatuur op aarde is sinds 1750 toegenomen. Vanaf 1980 gaat de opwarming veel sneller.

4: Er bestaat direct bewijs dat de toename van CO2 grotendeels het gevolg is van de verbranding van fossiele brandstoffen

5: Klimaatwetenschappers zijn niet in staat een alternatieve verklaring te geven voor het stijgen van de temperatuur. Evenmin kan worden aangetoond dat de gevolgen van onze CO2 uitstoot worden gecompenseerd door natuurlijke processen.

Ad 1: Toename van CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer leidt tot opwarming van de aarde

Al in 1896 ontdekte de Zweedse wetenschapper Svante Arrhenius dat CO2 een broeikasgas is – het heeft de eigenschap warmte in de atmosfeer vast te houden. De aarde straalt infrarode warmtestralen de ruimte in, die ontstaan doordat inkomende zonnestralen de aarde opwarmen. CO2 (en andere broeikasgassen zoals methaan en lachgas) absorberen een deel van deze warmtestralen. Deze wordt alle kanten uitgestuurd, waaronder terug naar de aarde. Dit vertraagt het tempo waarmee warmte naar de ruimte ontsnapt. In principe hetzelfde effect als een winterjas of een dikke wollen deken. Slechts 1% van de gassen in de atmosfeer heeft broeikaseigenschappen. De meest voorkomende gassen, stikstof en zuurstof , horen daar niet toe.

De maan ontvangt ongeveer evenveel zonlicht als de aarde, maar heeft geen atmosfeer. Dat heeft een groot effect op de temperatuur . Overdag kan het meer dan 106 graden worden, ’s nachts wel –183. De atmosfeer van de aarde houdt overdag een deel van het inkomende zonlicht tegen, maar houdt ’s nachts weer een deel vast. Hierdoor zijn de temperatuurverschillen minder groot. Zonder broeikasgassen zou de gemiddelde temperatuur op aarde 33 graden lager zijn .

Dat broeikasgassen invloed hebben op de atmosfeer staat wetenschappelijk niet ter discussie. Ook de temperaturen op Mars en Venus worden mede verklaard door de samenstelling van de atmosfeer. Venus heeft een atmosfeer die voor 96,5% uit CO2 bestaat. Dit verklaart waarom Venus heter is dan Mercurius , hoewel het verder van de zon staat.

Het enige wat wetenschappelijk ter discussie staat is het precieze opwarmende effect van C02. Volgens de wetenschappelijke consensus zou de ‘klimaatgevoeligheid’ van CO2 3 graden bedragen. Dat betekent dat een verdubbeling van het C02 gehalte een temperatuurstijging van 3 graden tot gevolg zou hebben. Volgens sommige wetenschappers is dit meer.

Ad 2: Het percentage CO2 in de atmosfeer is sinds de industriele revolutie toegenomen van 280 ppm (parts per million) tot meer dan 400 ppm

Vanaf 1956 wordt het CO2 gehalte in de atmosfeer bijgehouden op het Mauna Lao Observatorium in Hawaii. Zover mogelijk verwijderd van industriele centra om lokale invloeden zoveel mogelijk uit te sluiten. Iedere lente neemt het CO2 gehalte af doordat planten op het Noordelijk Halfrond meer CO2 opnemen. Iedere herst neemt het CO2 gehalte af doordat planten op het Noordelijk Halfrond afsterven. Maar de lange termijn trend is gestage toename. De laatste paar jaar neemt zelfs iets sneller toe.

Het CO2 gehalte in de afgelopen 400.000 jaar valt te meten aan de hand van luchtbubbels die verborgen zitten in de ijslagen van Groenland en Antarctica. Hierdoor staat onomstotelijk vast dat het CO2 gehalte voor het begin van de industriele revolutie 260-280 ppm bedroeg. In 2013 was het 395 ppm en nu alweer 405. Volgens het IPCC moeten we het CO2 gehalte voor 2100 terugbrengen naar 350 ppm om een kans te maken de temperatuurstijging te beperken tot 1,5 graad.

3: De gemiddelde temperatuur op aarde is sinds 1980 toegenomen op een manier die grotendeels synchroon loopt met de toename van het CO2 gehalte (en voor de afwijking bestaat een verklaring).

De wereldwijde temperatuurstijging wordt bevestigd door metingen op land, in de oceanen en de hogere luchtlagen. Grootschalige wetenschappelijke onderzoeken zijn verricht om de mogelijkheid uit te sluiten dat de temperatuurmetingen onbetrouwbaar zouden zijn of dat de opwarming het gevolg zou kunnen zijn van het Urban Heat Island effect.

Satellietmetingen hebben ook aangetoond dat de aarde minder infrarode straling de ruimte in stuurt. Dit is cruciaal omdat het aantoont dat de atmosfeer meer warmte vasthoudt, de opwarming dus het gevolg is van het broeikaseffect. Daarnaast zijn er ook tal van indirecte effecten van de temperatuurstijging waargenomen, zoals het afsmelten van gletsjers en de ijskappen van Groenland en Antarctica.

Sinds het begin van de industriele revolutie in 1750 is de gemiddelde temperatuur met 0,85 graad celcius toegenomen. Wanneer de temperatuurrecords vanaf 2015 geen tijdelijke piek zijn (en daar ziet het wel naar uit) dan zitten we nu al boven de 1 graad. De temperatuurstijging van de afgelopen eeuw loopt redelijk parralel met de toename van het CO2 gehalte. Met twee uitzonderingen: tussen 1940 en 1970 was er een periode van lichte afkoeling, en tussen 1999 en 2013 was ging de temperatuurstijging wat minder snel dan verwacht.

Voor beide afwijkingen bestaat een wetenschappelijke verklaring. De temperatuurdaling tussen 1940 en 1970 zou het gevolg zijn van de uitstoot van roetdeeltjes of aerosolen. Bij de verbranding van fossiele brandstoffen komen ook andere stoffen dan CO2 vrij. Deze reflecteren zonlicht, wat een afkoelend effect heeft. In de genoemde periode hielden dit afkoelende effect en het opwarmende effect elkaar in evenwicht. In de jaren 80 werden er in sommige delen van de wereld maatregelen genomen om luchtvervuiling terug te dringen: roetfilters in schoorsteenpijpen, katalysatoren in auto’s om de zure regen terug te dringen. Deze verminderden de uitstoot vanaerosolen, maar hadden helaas geen effect op de CO2 uitstoot. Dit verklaart waarom vanaf de jaren 80 het opwarmende effect van CO2 dominant is.

Cruciaal is dat aerosolen binnen een paar jaar verdwijnen zodra je ophoudt met vervuilen, maar dat CO2 eeuwenland in de lucht blijft hangen. Niet overal is de luchtvervuiling teruggedrongen. Met name boven China hangt nog een wolk smog. Deze resterende vervuiling maskeert dus in feite de opwarming. Klimaatwetenschappers verwachten dat wanneer we ophouden met het verbranden van fossiele brandstoffen, er gedurende een korte periode nog een scherpe temperatuurstijging volgt doordat het afkoelende effect van de aerosolen wegvalt.

Ad 4: Er bestaat direct bewijs dat de toename van CO2 grotendeels het gevolg is van de verbranding van fossiele brandstoffen

Hoe weten we nu zeker dat de extra CO2 in de atmosfeer het gevolg is van het verbranden van fossiele brandstoffen? Niet alleen door de hoeveelheid CO2 die de lucht in gaat bij de schoorsteen te meten. De koolstof moleculen die afkomstig zijn uit diepe aardlagen steenkool, olie en gas hebben ook een andere chemische samenstelling; een C12 isotoop in plaats van een C13 isotoop. Aan ieder CO2 molecuul in de atmosfeer hangt dus een visitekaartje waaruit blijkt of zijn aanwezigheid te danken is aan onze verbranding van fossiele brandstoffen. Er is aangetoond dat het percentage CO2 moleculen met C12 isotoop in de atmosfeer toeneemt.

5: Klimaatwetenschappers zijn niet in staat een alternatieve verklaring te geven voor het stijgen van de temperatuur. Evenmin kan worden aangetoond dat de gevolgen van onze CO2 uitstoot worden gecompenseerd door natuurlijke processen.

De 4 hierboven genoemde punten staan, zoals gezegd, wetenschappelijk totaal niet ter discussie en zijn ook al meerdere decennia bekend. Je zou zeggen dat ze samen een simpele, onwrikbare logica vormen die 100% bewijst dat klimaatverandering door mensen is veroorzaakt. Toch is dit wetenschappelijk gezien geen absoluut bewijs. Enkele decennia terug hielden wetenschappers nog veel meer slagen om de arm dan tegenwoordig.

Er was bijvoorbeeld nog veel minder bekend over de invloed van bewolking dan tegenwoordig. Bewolking heeft een tweezijdig effect op de temperatuur. Enerzijds reflecteren ze zonlicht, waardoor de aarde minder opwarmt. Anderzijds houden ze ook warmte vast. Wanneer de temperatuur stijgt, verdampt er meer water en neemt ook de bewolking toe. Lange tijd was onzeker wat sterker was: het opwarmende of het afkoelende effect hiervan. Tegenwoordig is er bewijs dat het opwarmende effect sterker is. Het is dus een 'positieve feedback: de opwarming heeft een effect dat tot nog meer opwarming leidt.

Toch staat er zelfs in de laatste rapportage van het IPCC uit 2013 slechts dat het 'extremely likely' is (95% kans) dat de opwarming een 'antropogene oorzaak' heeft. Geen absolute zekerheid. We kunnen ons er nu natuurlijk makkelijk van af maken door te zeggen dat de wetenschap vrijwel nooit zal zeggen dat iets absoluut zeker is – zeker niet bij zo'n gecompliceerd onderwerp. Toch zal ik hieronder dieper ingaan op de vraag waarom de vier hierboven genoemde feiten geen absoluut bewijs vormen. Twee mogelijkheden zijn van belang:

1: Misschien dat de opwarming (als gevolg van onze CO2 uitstoot) processen in werking zet die weer tot afkoeling leiden ('negatieve feedbacks')

2: Misschien is er nog een andere oorzaak voor de opwarming

In combinatie betekent dit dus: misschien is er een kleine opwarming als gevolg van menselijke uitstoot, die weer wordt gecompenseerd door natuurlijke processen, maar heeft de waargenomen opwarming nog een tweede, veel belangrijker oorzaak.

Ad1: Zoals we hierboven hebben gezien telt meer bewolking niet als negatieve feedback. Van de andere kant is bekend dat in sommige delen van de wereld planten harder gaan groeien als gevolg van meer CO2 in de atmosfeer. Een deel van de CO2 wordt daardoor weer uit de lucht gehaald. Ook oceanen nemen een deel van de CO2 op.

Het vermogen van planten om meer CO2 op te nemen is overigens beperkt. Planten die harder groeien als gevolg van meer CO2 hebben ook meer water en andere voedingsstoffen nodig. Deze zijn niet altijd onbeperkt aanwezig. Zeker niet in een tijd dat wereldwijd de bodemvruchtbaarheid afneemt als gevolg van niet volhoudbare landbouwmethoden. Wat betreft de oceanen, wetenschappers verwachten dat hun vermogen om CO2 op te nemen in de toekomst zal afnemen. Dit kan een nog snellere opwarming tot gevolg hebben.

Ondanks het vermogen van oceanen en planten op land en oceanen om CO2 op te vangen is vastgesteld dat het CO2 gehalte in de atmosfeer en de temperatuur zijn toegenomen. Ongeveer de helft van onze uitstoot wordt nu geabsorbeerd. De stelling dat negatieve feedbacks de opwarming ongedaan kunnen maken is dus onjuist. Sowieso geloven de meeste wetenschappers dat de positieve feedbacks veel sterker zullen zijn dan de negatieve.

Ad 2: Zijn er dan nog andere verklaringen te geven voor de plotselinge opwarming. Je zou denken van wel. Immers, lang voor de mens op aarde verscheen was er al sterke klimaatverandering: ijstijden en daartussen warmere periodes.

De meeste wetenschappers gaan er vanuit dat de overgang naar ijstijden in gang wordt gezet door veranderingen in de baan van de aarde. Soms is de baan meer elliptisch, soms meer cirkelvormig. De hellingshoek van de aarde varieert van 21,5 tot 24 graden. Ook welke ster er loodreht boven de Noordpool staat varieert. Deze veranderingen vinden cyclisch plaats in perioden van tienduizenden tot honderdduizend jaar (de Milankovic cyclus). Als gevolg hiervan varieert de hoeveelheid zonnestraling die de aarde bereikt, wat weer afkoeling resp. opwarming tot gevolg heeft.

Deze verandering is op zichzelf niet voldoende om een ijstijd te veroorzaken. Wetenschappers gaan er daarom vanuit dat de initiele afkoeling wordt versterkt door positieve feedbacks. Wanneer de ijskappen zichn uitbreiden als gevolg van afkoeling, wordt er bijvoorbeeld meer zonlicht gereflecteerd (witte oppervlakten weerkaatsen meer zonlicht. Dit leidt tot extra afkoeling. Ook wordt er meer CO2 opgeslagen in de bodem en de oceaan. Gedurende de laatste ijstijd was het CO2 gehalte in de atmosfeer lager dan in 1750, vlak voor de mens op grote schaal steenkool ging verstoken.

Er is wetenschappelijk vastgesteld dat gedurende alle warme periodes het CO2 gehalte in de atmosfeer hoger lag dan gedurende koudere periodes. Op dit moment maken we het omgekeerde mee: een initiele opwarming (door de menselijke CO2 uitstoot) wordt versterkt doordat er steeds meer ijs smelt. Het meer donkere oppervlak absorbeert meer warmte, wat leidt tot extra opwarming. Door het smelten van de permafrost in Siberie komen er ook meer broeikasgassen vrij.

Sinds het einde van de laatste ijstijd 10.000 jaar geleden zit de aarde in een warmere periode. Volgens de Milankovic cyclus zouden we nu op weg moeten zijn naar een nieuwe ijstijd. In plaats daarvan kunnen we een opwarming waarnemen. Volgens sommige wetenschappers heeft menselijke invloed de volgende ijstijd met minstens 50.000 jaar uitgesteld. Dat is leuk om over te filosoferen, maar we kunnen ons beter zorgen maken over de opwarming in de komende 100 jaar.

De temperatuur op aarde wordt ook beinvloed door veranderingen in de activiteit van de zon. De afgelopen 10 jaar neemt deze juist af. Op grond daarvan had je een minieme afkoeling mogen verwachten. Ook de totale vulkanische activiteit is de afgelopen decennia afgenomen, en aangezien vulkanen ook CO2 uitstoten, had je op grond daarvan ook een afkoeling mogen verwachten (grote vulkanische uitbarstingen hebben ook een afkoelend effect doordat er meer zonlicht gereflecteerd wordt, maar dat effect is tijdelijk) duideljker uitleggen. De opwarming aan het begin van de 20e eeuw wordt overigens wel gedeeltelijk verklaard door grotere zonne-activiteit en vulkanische activiteit.

Satellieten hebben overigens vastgesteld dat de aarde minder ultrarood licht de ruimte in straalt. Dat is in overeenstemming met de theorie dat broeikasgassen vasthouden (de eerste keer weglaten?). De mogelijkheid dat meer of minder instraling van de zon (of van andere kosmische straling) de oorzaak zou kunnen zijn wordt daardoor in feite al uitgesloten.

Er is slechts een andere natuurlijke oorzaak die niet wordt uitgesloten: de recente versnelde opwarming van het Arctische gebied zou gedeeltelijk veroorzaakt kunnen worden door een cyclische verandering in de stroming in de Noord-Atlantische Oceaan. Een andere oceaanstroming, El Nino, heeft juist extra warmte in de atmosfeer gepompt. Dit soort tijdelijke fluctuaties veranderen niets aan het structurele gegeven dat wanneer de atmosfeer opwarmt, er ook meer warmte wordt opgenomen door de oceanen. Soms nemen de oceanen meer warmte op dan ze afgeven, soms is dat omgekeerd. Voor de lange termijn maakt dat niets uit.

Concluderend kun je zeggen dat er geen redelijke alternatieve verklaring is voor de sterke opwarming van de afgelopen decennia (die ook 10 keer zo snel gaat dan de snelste opwarming in eerdere periodes van snelle klimaatverandering). Wat dat betreft is het verbazingwekkend dat het IPCC dan toch niet zegt dat het absoluut zeker is dat de mens klimaatverandering heeft veroorzaakt. De klimaatsceptici hebben in feite geen been om op te staan. Het enige wat ze nog kunnen doen is lossstaande feiten die in hun voordeel pleiten uit hun contect trekken en daar onverantwoorde conclusies uit trekken.

4: Valt het eveneens te bewijzen dat klimaatverandering zo ernstig is als de meeste klimaatwetenschappers denken?

Een heleboel twijfelaars zullen bij het lezen van het bovenstaande zeggen: maar ik ontken helemaal niet dat klimaatverandering door de mens wordt veroorzaakt. Ik verzet me alleen tegen de massahysterie. Wie zegt me dat het allemaal zo erg is?

Ook de klimaatsceptici gooien het steeds meer over die boeg nu antropogene klimaatverandering steeds minder te ontkennen valt. De ‘klimaatfreaks’ wordt voor de voeten geworpen dat ze ten onrechte suggereren dat er een wetenschappelijke consensus bestaat dat de gevolgen van klimaatverandering zo ernstig is als zij voorstellen. Dat is een bekende redeneerfout. Het bewijs voor stelling A (klimaatverandering wordt door de mens veroorzaakt) wordt ten onrechte gepresenteerd als bewijs voor stelling B (klimaatverandering heeft ernstige gevolgen). Voor B hoeven dan geen bewijzen meer te worden geleverd. Hieronder een weerlegging van deze kritiek in 6 punten:

1: Klimaatverandering heeft nu al ernstige gevolgen.

De afgelopen eeuw is de zeespiegel met 10 tot 20 centimeter gestegen. De laatste 20 jaar gaat de stijging twee keer zo snel. Het valt moeilijk in te zien dat dit door iets anders kan komen dan een stijging van de wereldwijde gemiddelde temperatuur – die volgens de wetenschappelijke consesnsus door de mens is veroorzaakt.

In Bangladesh zijn er nu al mensen die moeten vluchten voor het stijgende water. Klimaatvluchtelingen. Dit woord zullen we in de toekomst nog vaak horen. Ook van andere rampen kan statistisch worden aangetoond dat ze steeds vaker optreden; hittegolven , tropische stormen en orkanen , overstromingen , droogtes , bosbranden .

Hittegolven zijn een ander voorbeeld. Volgens de WHO (World Health Organization) heeft alleen al de hittegolf in Rusland 55000 doden geeist. Voor een twijfelaar kan zo’n cijfer alarmistisch klinken. Er sterven toch ook minder mensen door de kou in de winter? Het klopt inderdaad dat dit één van de positieve effecten van klimaatverandering is. In noordelijke landen zou dit effect sterker kunnen zijn dan het effect van meer hittegolven. Dit geldt natuurlijk niet voor de tropische gebieden. Hier leeft het grootste deel van de mensheid. Dit zijn meestal ook de mensen die zich het minst kunnen beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering.

Overigens geeft een andere studie aan dat in de Verenigde Staten zowel het aantal doden door hitte als het aantal doden door kou gaat toenemen als gevolg van klimaatverandering. Dat is verbazingwekkend. Natuurlijk kunnen er nog steeds koude periodes plaatsvinden als de gemiddelde temperatuur stijgt. Maar een toename van koudeslachtoffers als gevolg van wereldwijde opwarming?

Er is waargenomen niet alleen de gemiddelde temperatuur toeneemt, maar ook de temperatuursextremen. Hiervoor bestaat een wetenschappelijke verklaring . In de gematigde klimaatzones bestaat een constante westelijke luchtstroming, de Jetstream. Deze wordt in stand gehouden door het temperatuursverschil tussen tropische gebieden en de poolgebieden. Dit temperatuurverschil neemt af: de poolgebieden warmen sterker op dan de tropen. Als gevolg hiervan verzwakt de Jetstream en kan de wind vaker pal uit het noorden of het zuiden gaan komen. Deze theorie is recent en maakt nog geen deel uit van de IPCC rapporten. Maar het sluit wel goed aan met de waargenomen toename van temperatuursextremen.

Hetzelfde kan gezegd worden van de toegenomen extremen in neerslag. Er bestaat een trend dat droge gebieden steeds droger worden. Gebieden die al nat waren krijgen met nog meer neerslag en overstromingen te maken. In Nederland zijn we al druk bezig ons daarop voor te bereiden. Vreemd genoed krijgen we eveneens te maken met langere periodes van droogte. Met name in tropische en subtropische gebieden is droogte nu al het belangrijkste effect van klimaatverandering. Dit geldt voor grote gebieden van Afrika, Zuid-Azië, Latijns-Amerika, het zuidwesten van de VS en het Middellandse Zeegebied. Volgens wetenschappers is dit het meest zorgwekkende effect van klimaatverandering. Als de landbouw in de tropen instort, heb je een wereldwijde voedselcrisis.

Hiervoor bestaat een wetenschappelijke verklaring . De temperatuurstijging heeft een dubbel effect. Enerzijds verdampt er meer zeewater, waardoor de bewolking en dus de neerslag toeneemt. Anderzijds verdampt het water op land sneller. In gebieden die altijd al droog en warm waren, overheerst het effect van toegenomen verdamping boven land. In koude gebieden met veel neerslag overheerst het effect van nog meer neerslag.

Een goede illustratie van dit patroon zijn de voorspellingen voor het land Malawi in Zuidelijk Afrika. De meeste projecties voorspellen dat de jaarlijkse hoeveelheid neerslag ongeveer gelijk zal blijven. Het effect van meer verdamping op land zorgt per saldo voor meer droogte. Tegelijkertijd nemen de neerslagextremen toe. De landbouwopbrengst wordt onzekerder doordat langdurige droogte vaker optreedt. Tegelijkertijd zijn er meer rampzalige overstromingen.

De neerslag komt vaker in de vorm van korte hevige buien (waarom dit in warmere gebieden altijd al het geval was leest u hier ). Dit heeft een negatief effect op de grondwaterstand. Bij dit soort buien stroomt een groter gedeelte van het water weg. Dit kan ook weer de bodemerosie versterken – toch al een groot probleem in Afrika.

Malawi is een van de landen waar de effecten van klimaatverandering nu al voelbaar zijn. Het aantal gedwongen kindhuwelijken neemt toe. Omdat er thuis niet genoeg te eten is.

Er bestaat ook bewijs dat het aantal zware stormen, tropische orkanen en tornados is toegenomen. Sceptici brengen hier tegen in dat het totale aantal stormen niet is toegenomen. Hierover bestaat inderdaad wetenschappelijke onzekerheid. Wat wel zeker is is dat de intensiteit van de stormen toeneemt.

Men kan ook tegenwerpen dat van geen enkele individuele orkaan één op één kan worden vastgesteld dat deze het gevolg is van klimaatverandering. Hetzelfde kan gezegd worden over droogtes, overstromingen. Dit klopt, maar dit neemt niet weg dat de algemene trend een toeanme is van het aantal orkanen. We kunnen er zeker van zijn dat sommigen zonder klimaatverandering niet hadden plaatsgevonden, al weten we niet welke. Tenslotte kun je tegenwerpen dat, ondanks de toename van het aantal orkanen, het aantal dodelijke slachtoffers van orkanen afneemt. Door factoren die niets met de opwarming te maken hebben zoals betere waarschuwingssystemen. Dit argument zal waarschijnlijk niet veel indruk maken op de bewoners van Sint-Maarten – het hele eiland ligt in puin als gevolg van de zwaarste orkaan sinds mensenheugenis.

De vraag of klimaatverandering catastrofale gevolgen kan hebben hoeft dus eigenlijk niet gesteld te worden. Met de gevolgen van nu heb je al een catastrofe. Er bestaat geen discussie over dat bij iedere graad extra opwarming de nu waarneembare gevolgen zullen toenemen. De discussie over de gevolgen gaat over het verschil tussen catastrofaal, catastrofaal op onvoorstelbare schaal of catastrofaal met apocalyptische proporties.

2: Het IPCC (de klimaatorganisatie van de Verenigde Naties) voorspelt ernstige gevolgen

Op welk niveau van catastrofaal liggen de toekomstige gevolgen van klimaatverandering nu volgens de wetenschappelijke consensus? Een belangrijk aanknopingspunt daarvoor zijn de rapporten van het IPCC. Zoals vermeld zijn dat samenvattingen van duizenden rapporten van klimaatwetenschappers die uitputtend zijn gecontroleerd (peer reviewed) door andere wetenschappers. De best mogelijke indicatie voor waar nu de wetenschappelijke consensus ligt.

In zijn algemeenheid voorspelt het IPCC negatieve gevolgen bij ieder niveau van temperatuurstijging. Het bekende rijtje: droogte, overstromingen, hittegolven, bosbranden, orkanen zeespiegelstijging. Wat we in het voorgaande nog niet genoemd hebben is toename van ziekten. Met name in de hooglanden van Afrika dreigt malaria enorm toe te nemen. Daarnaast is er een grotere kans op sprinkhanenplagen en plantenziektes. 1,5 graad opwarming is al voldoende om de koraal riffen te laten sterven (in feite is het afsterven nu al begonnen). Verder worden ecosystemen in de oceaan (en daarmee de visstand) bedreigt door verzurinng van de oceanen. Over het algemeen zijn de negatieve gevolgen veel sterker dan de positieve.

De stelligheid over de gevolgen is iets minder groot dan de stelligheid over het feit dat klimaatverandering door de mens wordt veroorzaakt. Met name het effect van de opwarming op neerslagpatronen valt moeilijker te voorspellen dan het niveau van de opwarming zelf.

De ernst van de toekomstige gevolgen hangt vooral af van de de temperatuur waarmee we de opwarming tot staat weten te brengen. Het IPCC is er heel stellig over dat we de emissies van broeikasgassen zeer snel terug moeten als we kans willen houden de temperatuurstijging beperkt te houden tot 2 graden en nog sneller om deze beperkt te houden tot 1,5 graad. Op dat inzicht zijn dan ook de klimaatakkoorden van Parijs gebaseerd. Kort door de bocht geredeneerd zegt het IPCC. Voor een twee graden doelstelling moeten ontwikkelde landen hun emissies in 2050 tot nul terugbrengen. Voor anderhalve graad is dit nog veel sneller.

Een cruciaal stukje informatie hierin is dat de CO2 die we de lucht in pompen voor eeuwen in de lucht blijft hangen. Door te stoppen met uitstoot bereiken we hooguit dat onze uitstoot zich stabiliseert op een hoger niveau.

Wanneer we onze emissies niet terugbrengen stevenen we af op een opwarming van 4 tot 6 graden in 2100. Twee graden opwarming heeft volgens het IPCC al ernstige gevolgen. Zo zou het bijvoorbeeld kunnen leiden tot een vermindering van de graanopbrengst in Macedonie met 50%. Over het algemeen denkt met de gevolgen van twee graden nog wel te kunnen opvangen met adaptatie maatregelen.

3: Steeds meer studies geven aan dat het erger is dan het IPCC voorspelt

4: Het IPCC telt positieve feedbacks niet mee in de voorspellingen

5: Hoe erg kan het worden?

6: Het voorzorgsprincipe