Klimaatverandering: een overzicht in vogelvlucht

Bedankt voor uw belangstelling voor het klimaat.

Hier volgen eerst de antwoorden , daaronder een verdere uitleg. Als u vragen of commentaar heeft op de quiz of deze website, dan kunt u altijd mailen naar: info@klimaatinzicht.nl. Hier kunt u zich ook opgeven voor de mailinglijst.


1: Hoeveel procent van de energie wordt in Nederland duurzaam opgewekt? A: 6% B: 22% C: 45%

Juiste antwoord: A


2: De temperatuurstijging in het Arctische gebied is veel groter dan werd verwacht. Hieronder staat een rijtje gevolgen. Welke is onjuist?

a: de permanent bevroren bodem in Siberie (permafrost) smelt, daardoor komen er nog meer broeikasgassen in de atmosfeer

b: doordat het ijs op de Noordpool verdwijnt, stijgt de temperatuur nog verder

c: de ijskap van Groenland smelt sneller

d: Arctische gebieden gaan meer CO2 opslaan als gevolg van meer plantengroei

Juiste antwoord: D (dus alleen stelling D is onjuist )

3: Woningcorporaties in Amsterdam hebben beloofd voor 2020 80 MW aan zonnepanelen te leggen. Hoeveel ligt er al? A: 0,5 MW B: 5 MW C: 30MW

Juiste antwoord: A



4: Wat is volgens het IMF (Internationaal Monetair Fonds) het totale bedrag aan directe en indirecte subsidies dat ieder jaar naar fossiele brandstoffen gaat?

A: 500 miljard

B: 1400 miljard

C: 5300 miljard

Juiste antwoord: C



5: De gevolgen van klimaatverandering zijn nu al wereldwijd merkbaar. Hieronder een aantal waargenomen effecten. Welke is onjuist?

A: Tropische stormen en orkanen nemen in intensiteit toe

B: De wereldwijde landbouwproductie neemt af

C: De Noordelijke IJszee is in de zomer bevaarbaar

D: Het aantal dodelijke slachtoffers van hittegolven neemt toe.

Juiste antwoord: B (dus is als enige onjuist J )



6: Met hoeveel procent is de wereldwijde productie van zon en windenergie in 2016 gegroeid, en hoeveel procent van alle elektriciteit wordt hierdoor opgewekt?

A: Zon: 62,1% groei, 5,5 % van de stroom. Wind 38,4 groei, 6,7 % vd stroom

B: Zon: 4,1% groei, 12,1 % van de stroom. Wind 2,8% groei, 20,4 % vd stroom

C: Zon: 33,2% groei, 1,3% van de stroom. Wind 15,6% groei, 3,5% vd stroom

Juiste antwoord: C




Verdere uitleg


1: Hoeveel procent van de energie wordt in Nederland duurzaam opgewekt?

Het is echt waar: 25 jaar na de eerste klimaatconferentie wordt nog geen 6% van de energie in Nederland duurzaam opgewekt! Dit is ook nog eens voor bijna twee derde biomassa, een energiebron waarvan de duurzaamheid discutabel is. Het kan ook anders: Schotland ligt op koers voor 100% duurzame elektriciteit in 2020!

Als u het verkeerde antwoord heeft gegeven: u bent niet de enige. Gemiddeld geloven Nederlanders dat 22% van de energie duurzaam wordt opgewekt. Wannneer wordt gevraagd van alle verschillende energiebronnen het percentage te schatten, dan stijgt dit percentage zelfs naar 45% !

Dit cijfer kunnen we uitsplitsen naar verschillende sectoren. Allereerst elektriciteit.Dit wordt vaak verward met energie maar vormt slechts 13% van onze energieopwekking. Deze veroorzaakt wel 31% van onze uitstoot van broeikasgassen. Op dit moment wordt 12% van de stroom duurzaam opgewekt: 7% windenergie, 4% biomassa en 1% zonne-energie. Niet meer dan 1,5 % van alle energie

Transport veroorzaakt 23% van onze uitstoot. Zoals bekend is dat bijna allemaal benzine. De verplichte bijmenging van biobrandstoffen is goed voor 0,5% van de energie. Iets meer dan 1% van de auto’s is elektrisch of hybride.

Verwarming van gebouwen en kassen, warm water en koken zijn goed voor 20% van onze uitstoot. Dit is voor het overgrote deel aardgas. Hout voor de open haard is goed voor 1 van onze 6 duurzame procenten – ondanks de vervuiling die dit veroorzaakt. Een aantal kassen experimenteert met geothermie, en in sommige woningen worden warmtepompen en zonneboilers gebruikt. Alles bij elkaar niet meer dan 0,75% van onze energievoorziening. Biogas zorgt voor nog eens 0,5% Gebruik van restwarmte van bedrijven voor verwarming telt niet mee als duurzaam: het heeft nog steeds een fossiele bron, ook al is de warmte een bijproduct dat anders verloren zou gaan.

Afvalverbranding zorgt voor 1 van onze 6 duurzame procenten. In de toekomst willen we minder afval gaan verbranden doordat we meer gaan recyclen en hergebruiken. De rest is biomassa voor de hitteopwekking in de industrie (verantwoordelijk voor 26% van onze uitstoot).

Als Nederland een evenredige bijdrage wil leveren aan de doelstelling van Parijs, dan moet onze uitstoot in 2035 naar nul. De Nederlandse regering gaat nog steeds uit van uitstootvrij in 2050. Meer info over waarom een snelle overgang naar duurzame energie mogelijk is vindt u in hoofdstuk 3 van deze website.


2: De temperatuurstijging in het Arctische gebied is veel groter dan werd verwacht. Hieronder staat een rijtje gevolgen. Welke is onjuist?

Op zich klopt het dat meer CO2 in de atmosfeer tot gevolg kan hebben dat planten meer CO2 opnemen en harder gaan groeien Dat is dan een ‘negatieve feedback’; de toename van CO2 heeft een gevolg dat de hoeveelheid CO2 weer vermindert.

Ook in het Arctische gebied zullen planten harder gaan groeien. Dit effect is beperkt omdat de bodem daar niet erg vruchtbaar is. Ook in andere gebieden blijven de effecten van meer plantengroei beperkt . Harder groeiende planten hebben ook grotere hoeveelheden van andere voedingsstoffen nodig. Die zijn niet onbeperkt in de bodem voorhanden. Zeker niet nu wereldwijd de bodemvruchtbaarheid afneemt als gevolg van niet-duurzame landbouwmethoden.

In het Arctische gebied heeft de opwarming nog een ander effect. De bodem die duizenden of honderdduizenden jaren bevroren is bezig te smelten. Hierdoor komen broeikasgassen vrij die in die bodem zijn opgeslagen. Juist in Arctische gebieden is de hoeveelheid koolstof die in de bodem is opgeslagen veel groter dan wat er in planten is opgeslagen. In tropische regenwouden is dit precies omgekeerd.

Ook als de Noordelijke IJszee opwarmt kan extra CO2 en methaan vrijkomen . Volgens klimaatwetenschappers zijn deze ‘positieve feedbacks’ sterker dan de negatieve. Vandaar dat men zich zeer veel zorgen maakt over de opwarming van het Arctische gebied. Deze gaat veel sneller dan verwacht. Gevreesd wordt dat hierdoor processen in werking worden gezet die tot nog meer opwarming leiden.

Daar komt nog een andere positieve feedback bij. Het ijs in de Noordelijke IJszee weerkaatst veel meer zonlicht dan open zee. Dit heeft een afkoelend effect. Wanneer het ijs in de Noordelijke IJszee smelt, wordt er veel meer warmte vastgehouden. Dit leidt tot nog snellere opwarming. Volgens een studie zou het Arctische gebied ergens tussen 2032 en 2058 in de zomer volledig ijsvrij kunnen zijn.

In hoofdstuk 1 van de website veel meer informatie over de redenen waarom we ons nu echt veel zorgen moeten maken.


3: Woningcorporaties in Amsterdam hebben beloofd voor 2020 80 MW aan zonnepanelen te leggen. Hoeveel ligt er al?

Eind 2016 hadden woningcorporaties in Amsterdam nog maar 0,5 MW gelegd van hun target van 80 MW voor 2020. Volgens het college B&W ontbreekt ieder gevoel van urgentie. Huurders van de Key hebben inmiddels zelf het initiatief genomen door via een een eigen coöperatie zelf zonnepanelen te leggen. Meer informatie over duurzame initiatieven in Amsterdam vindt u op 02525.nl.

Niet alleen woningcorporaties aarzelen in duurzaamheid te investeren. Dit geldt ook voor bedrijven en investeerders. Er is allang uitgezocht en becijferd hoe een groene transitie er uit zou zien en hoeveel dit zou kosten. In principe ligt er bij investeerders en pensioenfondsen genoeg geld . Toch blijven zij op hun geld zitten omdat er onvoldoende zekerheid is dat de investeringen zullen renderen.

Volgens een rapport van De Nederlandse Bank moet er op zijn minst een hogere energieprijs komen om hier verandering in te brengen. Daarnaast moet de overheid investeerders meer zekerheid bieden door ‘zich te committeren aan een langetermijnvisie op de benodigde transitie, met heldere doelen en transitiepaden voor de verschillende sectoren’.

Om in 2050 van het aardgas af te komen moeten er minstens 200.000 woningen per jaar duurzaam worden gerenoveerd. Bouwbedrijven lijken op dit moment nog weinig haast te maken. Veel bedrijven hebben hier weinig ervaring mee. Om de doelstellingen te halen zouden op grote schaal nieuwe vakmensen moeten worden opgeleid. Ook veel woningeigenaren zijn huiverig voor een nieuwe renovatie met nieuwe technologie. Ook hier is een overheid nodig die de leiding neemt, onzekerheden wegneemt en voor de juiste prikkels zorgt.


4: Wat is volgens het IMF (Internationaal Monetair Fonds) het totale bedrag aan directe en indirecte subsidies dat ieder jaar naar fossiele brandstoffen gaat?

In 2015 kwam het Internationaal Monetair Fonds met een rapport waarin het totaal van alle directe en indirecte subsidies voor fossiele brandstoffen wordt begroot op 5300 miljard dollar per jaar – meer dan 6% van wat er per jaar in de hele wereld wordt verdiend.

Het rapport kwam nogal als een schok. Tot dan toe was de schatting 500 miljard aan directe subsidies en 1900 miljard als ook de indirecte subsidies worden meegerekend – veel minder dan de 230 miljard aan subsidies aan hernieuwbare energie. Voorbeelden van indirecte subsidies zijn het feit dat vliegverkeer geen belasting op kerosine betaalt, en dat in Nederland voor grote energieslurpers extreem lage energietarieven gelden.

En dan komt een organisatie die niet bekend staat als een club van milieufreaks opeens met zo’n schokkend cijfer van 5300 miljard! Ter vergelijking, volgens een rapport van de Verenigde Naties zou de transitie naar duurzame energie ‘slechts’ 1000 miljard per jaar kosten.

Nieuw in dit IMF rapport was dat ook de schade wordt doorberekend die wordt veroorzaakt door fossiele brandstoffen, maar niet in de prijs wordt doorberekend. Je kunt zeggen dat dit strikt genomen geen ‘subsidie is. Van de andere kant is het natuurlijk alleen maar eerlijk als fossiele bedrijven de schade die ze aanrichten wel vergoeden!

Maar liefst 2400 miljard dollar komt voor rekening van lokale milieu- en gezondheidseffecten – de luchtvervuiling van met name kolencentrales en uitlaatgassen. Nog eens 1150 miljard dollar is gebaseerd op een schatting van de effecten die klimaatverandering gaat veroorzaken – volgens sommigen een te conservatieve schatting waarin geen rekening wordt gehouden met het feit dat klimaatverandering uit de hand kan lopen. Overigens loopt de schade per werelddeel nogal uiteen. In China is het ruim 15% van het BNP (door de extreme vervuiling van de kolencentrales) en in de ontwikkelde landen ‘slechts’ 2,5%.

Zie verder hoofdstuk 4 en 5 van deze websites voor meer informatie over de obstakels die door bedrijven en regeringen worden opgeworpen tegen de groene revolutie.


5: De gevolgen van klimaatverandering zijn nu al wereldwijd merkbaar. Hieronder een aantal waargenomen effecten. Welke is onjuist?

De wereldwijde voedselproductie groeit nog steeds, ondanks de overwegend negatieve effecten van klimaatverandering. Dit is ook absoluut noodzakelijk om in de toegenomen vraag te voorzien als gevolg van bevolkingsgroei, toegenomen vleesconsumptie en vraag naar biobrandstoffen. De huidige groei is onvoldoende voor een verdubbeling van de productie in 2050 die volgens sommige deskundigen nodig is.

Voor de eerste keer in 15 jaar neemt het aantal mensen met honger weer toe . Dit komt deels door klimaatverandering, deels door gewapende conflicten. Oorlogsgebieden zijn vaak ook gebieden waar de landbouw het meest te leiden heeft onder droogte en extreme weersomstandigheden. Daar kan een verband tussen bestaan. Volgens deskundigen is de burgeroorlog in Syrië deels veroorzaakt door een langdurige droogte tussen 2006 en 2010.

Volgens het laatste rapport van het IPCC (de klimaatorganisatie van de Verenigde Naties, zijn de effecten van klimaatverandering overwegend negatief voor tropische en subtropische gebieden. Bij iedere graad temperatuurstijging nemen de negatieve effecten toe. In gematigde zones (Noord-Europa, Rusland, Canada) zouden positieve effecten aanvankelijk kunnen overheersen. Het groeiseizoen wordt langer, meer CO2 zorgt ook voor meer plantengroei. Dit effect kan weer teniet worden gedaan door meer weersextremen , zoals droogtes of langdurige neerslag. Nu al moeten boeren in Nederland zich verzekeren tegen toenemende hoos- en hagelbuien.

Grote delen van Latijns-Amerika, Afrika, Zuid-Azie, het Middellandse Zeegebied en het Zuid-Westen van de VS zullen te maken krijgen met meer droogtes . Dit kan weer leiden tot toename van bodemerosie, insectenplagen, plantenziekten en bosbranden. Vooral de armste landen die zich het slechts kunnen aanpassen wordt het hardst getroffen. Tegelijkertijd neemt overal ter wereld de bodemvruchtbaarheid af door onduurzame landbouwmethoden. Vooral in Afrika is bevolkingsgroei een groot probleem.

De precieze schade valt zeer moeilijk in te schatten. Soms worden cijfers genoemd van 20% minder opbrengst in 2050 alleen al door klimaatverandering. Hierbij gaat het om gemiddelden: het feit dat ook de weersextremen toenemen wordt in de meeste rapporten niet meegerekend. Volgens een nieuw rapport van de Environmental Justice Foundation kunnen catastrofale droogtes de komende tien jaar al tientallen miljoenen klimaatvluchtelingen veroorzaken. Bij gelijktijdige droogtes in enkele van de belangrijkste landbouwgebieden kunnen volgens een ander scenario een mondiale voedselcrisis veroorzaken.

Tenslotte een paar links over de toename van tropische stormen , dodelijke slachtoffers door hittegolven en de nieuwe scheepsroute in de Noordelijke IJszee .


6: Met hoeveel procent is de wereldwijde productie van zon en windenergie in 2016 gegroeid, en hoeveel procent van alle elektriciteit wordt hierdoor opgewekt?

Het is inderdaad een paradox. Al vanaf het jaar 2000 groeit de hoeveelheid zonne- en windenergie in de wereld met dubbele cijfers per jaar. Toch wordt nog steeds minder dan 5% van alle stroom hierdoor opgewekt (referenties: 1 , 2 , 3 , 4 , 5 ). Dit representeert ongeveer 1% van alle energie en 2% van alle CO2 uitstoot.

Ook volgens conservatieve schattingen zullen zon en windenergie de komende decennia. Dat de prijzen verder zullen dalen staat niet ter discussie. Grote vraag is of dit voldoende zal zijn om de CO2 uitstoot snel genoeg terug te brengen. Volgens berekeningen van het New Climate Institute zou Nederland in 2035 al fossielvrij moeten zijn om een evenredige bijdrage te leveren aan de doelstelling van Parijs.

Een simpele rekensom laat zien dat als dezelfde groeicijfers zich doorzetten, we in 2031 op bijna 100% duurzame stroom zouden zitten. Tegen die tijd rijden hopelijk alle personenauto’s, bestelwagens, bussen en kleine vrachtwagens op elektriciteit, worden gebouwen grotendeels met warmtepompen verwarmd en zijn ook veel industriele processen geelektrificeerd. Stel dat daardoor het stroomverbruik zou verdubbelen (een conservatieve schatting die geen rekening houdt met mogelijkheden van energiebesparing) dan bereiken we 100% duurzame stroom in 2034. Daarmee zouden we dan 60-80% van onze CO2 uitstoot hebben teruggedrongen. Een groot deel van overige energievoorziening kan dan wellicht draaien op waterstof geproduceerd door windmolens, geothermie en desnoods een beetje biomassa.

Natuurlijk ligt het niet zo simpel. Naarmate je percentage duurzame stroom toeneemt, moet je meer investeren in het netwerk om de pieken en dalen in het aanbod van wind en zon op te vangen. Grofweg zijn er 3 opties: stroom transporteren, opslaan, of de vraag manipuleren met bijvoorbeeld flexibele stroomprijzen. In Nederland komen we er niet onderuit om gascentrales om te bouwen tot waterstofcentrales om windarme periodes in de winter door te komen. NUON is hier al mee bezig in de Eemshaven .

Meer informatie over de mogelijkheden en obstakels voor een omslag naar groene energie in hoofdstukken 3, 4, 5, 8 en 9 van deze website.